Verordening 305/2011/EC (CPR)

De prestatieverklaring dient minimaal de gegevens volgens de Gedelegeerde Verordening 574/2014 te bevatten en dient op eenvoudige vraag ter beschikking te worden gesteld. De prestatieverklaring bevat, naast een aantal administratieve gegevens, de productprestaties voor de zogenaamde essentiële kenmerken. De essentiële kenmerken zijn de productkenmerken die bijdragen aan het al of niet voldoen van het bouwwerk waarin het product werd verwerkt aan de zogenaamde fundamentele eisen voor bouwwerken. Voor minstens één essentieel kenmerk dient een waarde te worden aangegeven.

Met het aanbrengen van de CE-markering op het product verklaart de producent dat het product voldoet aan de prestaties die in de prestatieverklaring worden vermeld, dat de correcte procedures werden gevolgd en, indien van toepassing, dat het product ook voldoet aan andere Europese regelgeving.

De correcte procedures gaan vooral over:

• de implementatie van een productiecontrolesysteem dat moet toelaten om producten af te leveren met gelijkmatige prestaties;
• het typeonderzoek volgens de toepasselijke geharmoniseerde norm of de afgeleverde technische beoordeling om deze productprestaties te bepalen;
• de tussenkomst van een hiervoor aangemelde instelling voor één of meerdere stappen in het productiecontrolesysteem en/of het typeonderzoek.

Met de wet van 21 december 2013 (verschenen in het Staatsblad op 20/01/2014) wordt de Bouwproductenverordening formeel van toepassing gesteld in België en worden er enkele aanvullende aspecten geregeld (onder meer wat betreft markttoezicht en de taak van de Technische Commissie voor de Bouw).

De essentiële productkenmerken (die bijdragen aan de fundamentele kenmerken van bouwwerken) worden vastgelegd in geharmoniseerde technische specificaties (Europese geharmoniseerde normen of Europese beoordelingsdocumenten).

Europese normen worden ontwikkeld door technische comités in de schoot van CEN. Via de nationale normalisatieinstellingen hebben stakeholders in alle landen de kans om bij te dragen of op de hoogte te blijven van de ontwikkeling van deze Europese normen. Europese geharmoniseerde normen worden ontwikkeld op vraag van de Europese Commissie.

De Europese beoordelingsdocumenten worden opgesteld door Technische beoordelingsinstellingen in de schoot van de European Organisation for Technical Assessment (EOTA). Dat gebeurt op vraag van een fabrikant indien er voor zijn product geen geschikte Europese norm bestaat, maar hij toch gebruik wenst te maken van de voordelen van de CE-markering.

Als erkend sectoraal operator voor de technische comités

• CEN/TC226 Weguitrusting,
• CEN/TC227 Wegenbouwmaterialen en
• CEN/TC396 Grondwerken (samen met het WTCB)

is OCW verantwoordelijk voor de normalisatiecommissies E226, E227 en E396. Die commissies treden op als Belgische stuurgroep voor de Europese (of internationale) technische comités waarvoor de sectoraal operator erkend is. De leden worden op de hoogte gehouden van het verloop van de Europese werkzaamheden. Ze kunnen feedback geven op de ontwerpdocumenten of rechtstreeks deelnemen aan de Europese vergaderingen.

Eind 2019 kondigde Europa aan de Bouwproductenverordening te willen herzien. In april 2020 presenteerde de Europese Commissie een aantal mogelijke scenario's voor deze herziening, waarna ook werd gepeild naar de reacties van de verschillende stakeholders.

In maart 2022 publiceerde de Commissie dan uiteindelijk zijn langverwachte voorstel voor de herziene versie van de Bouwproductenverordening. Het voorstel bevat een hele reeks nieuwigheden. Zo wordt er veel aandacht besteed aan informatie over milieu- en duurzaamheidskenmerken van bouwproducten. Van fabrikanten wordt verwacht dat ze meer informatie ter beschikking gaan stellen over hun producten. Het gebruik van digitale hulpmiddelen moet de toegankelijkheid van deze informatie vereenvoudigen.

Meer info: https://ec.europa.eu/growth/sectors/construction/construction-products-regulation-cpr/review_en