Waterdoorlatende bestratingen revisited: hoe correct ontwerpen en uitvoeren om problemen te voorkomen?
De laatste jaren zijn er in het nieuws meer en meer berichten rond het beheer van hemelwater, problemen met lage grondwaterstanden of extreme klimatologische omstandigheden. Denk maar aan de betonstop, de overstromingen in de zomer van 2021, berichten over droogteschade aan huizen in bepaalde regio’s, enz. Het “waarom?” van de nood aan waterdoorlatende verhardingen in het algemeen hoeft geen verder betoog, dat is intussen welbekend en begint ook meer en meer algemeen te worden aanvaard. Zeker in het dichtbebouwde Vlaanderen is dit thema al een tijdje een heet hangijzer, en dat zal ook de komende jaren zo blijven.
We worden dus met de neus op de feiten gedrukt. Er is echt nood aan voldoende en correct bufferen en infiltreren van hemelwater, voornamelijk in stedelijke gebieden of zones met een hoog verhardingspercentage. Doorlatende verhardingen met voldoende buffercapaciteit en een duurzaam infiltratievermogen zorgen ervoor dat de grondwaterstand beter op peil kan worden gehouden, dat de rioleringen tijdens intense buien worden ontlast en dat mogelijke bodemerosie of verzakkingen kunnen worden voorkomen.
De voorbije jaren zijn er dan ook al veel van dergelijke verhardingen aangelegd, vaak gebruik makend van verschillende types van waterdoorlatende straatstenen. OCW ontvangt echter ook vaak verzoeken om technische bijstand naar aanleiding van problemen met deze verhardingen enige tijd nadat ze in gebruik zijn genomen. Tijd dus om de goede praktijken nog eens op te frissen, zoals destijds vastgelegd in OCW-richtlijnen.
Lees onze aanbevelingen in dit artikel.