Onderzoek Be-Drain: duurzame wegverhardingen met ter plaatse gestort drainerend beton
In OCW Newsletter 4 (Boonen et al., 2021) berichtten we reeds over de doelstellingen en eerste resultaten van het prenormatief onderzoek Be-Drain. Nu het project officieel afgelopen is, vatten we graag de voornaamste bevindingen samen en geven we ook een eerste aanzet tot (bijkomende) technische richtlijnen voor duurzame wegverhardingen met ter plaatse gestort drainerend, al dan niet schraal, beton.
Ter herinnering: context
In het kader van de steeds luidere roep naar een integraler waterbeheer in stedelijke omgevingen, had het project Be-Drain de tweeledige doelstelling om technische richtlijnen, prestatiekenmerken en aangepaste proefmethodes op te stellen voor het zogenaamde drainerende of poreuze beton gebruikt in wegstructuren als fundering of als wegverharding zelf (= toplaag) vanwege:
1. de verhoogde interesse en vraag naar waterdoorlatende wegverhardingen, waaronder ter plaatse gestort poreus beton, waarvoor momenteel nog geen algemene technische voorschriften voorhanden zijn in België;
2. de nood aan een representatieve verdichtingsmethode in het laboratorium voor drainerend schraal beton als wegfundering in het kader van de certificatie (Onpartijdige Instelling voor de Controle van Bouwproducten [COPRO], 2019) (Sectorale commissie “hydraulisch gebonden mengsels” bij COPRO).
Om beide gelijkaardige topics te tackelen, was verder onderzoek nodig door OCW (in samenwerking met CRIC-OCCN). Zo konden we bijkomende kennis vergaren over deze poreuze betonmengsels, ook met het oog op toekomstige aanpassingen van de Belgische standaardbestekken voor de wegenbouw. Dit uitgebreide onderzoek vond zowel plaats in het laboratorium als via monitoring van enkele bouwplaatsen met toepassing van drainerend beton, ter validatie van de laboratoriumresultaten.