Ontwikkeling van een methode om de staat van voetgangersinfrastructuren te beoordelen
Het beheer en onderhoud van de bestaande wegen vereist een grondige kennis van hun toestand om optimaal de nodige middelen toe te wijzen. Het OCW heeft vele jaren ervaring met de visuele inspectie en het beheer van de berijdbare delen van wegennetten, die het ter beschikking stelt van de beheerders (zie met name de meetmethode MN89 [Van Geem et al., 2020]).
Ook de voetgangersinfrastructuren (voetpaden, voetgangerszones, pleinen enz.) die voortdurend worden aangelegd in Belgische steden moeten worden beheerd en onderhouden ten behoeve van alle gebruikers van de openbare ruimte, zowel voetgangers, fietsers, automobilisten enz. Vergeet namelijk niet dat elke fietser die van zijn fiets en elke automobilist die uit zijn auto stapt, een voetganger wordt. In 2021 stelde het OCW vast dat er in Belgiƫ geen methodologie bestond die een objectieve beoordeling mogelijk maakte van de staat van de voetpaden en andere voetgangerszones. Sindsdien werd er intern heel wat studiewerk verricht om een dergelijke methodologie te ontwikkelen, maar met een 'universeel' karakter. Deze moet namelijk overdraagbaar zijn en toepasbaar op verschillende soorten wegen (stads-, landelijke, gewest-, gemeentewegen).