Meetmethode voor het gebruik van de nucleaire dichtheidsmeter bij het bepalen van de dichtheid en de controle van asfaltverhardingen
Om de duurzaamheid van nieuw aangelegde asfaltverhardingen te kunnen garanderen, is het uiterst belangrijk dat het asfalt voldoende wordt verdicht. Daarom is het nuttig de dichtheid tijdens de uitvoering te controleren. De dichtheid wordt nu doorgaans na de uitvoering gecontroleerd door een analyse van boorkernen. Er is dan geen bijsturing van het verdichtingsproces meer mogelijk. Door het inzetten van een niet-destructieve dichtheidsmeter is het mogelijk om de dichtheid in situ te meten tijdens het verdichtingsproces. Op die manier kan het verdichtingsproces waar nodig worden bijgestuurd.
Belgische aannemers gebruiken de in situ dichtheidsmeter steeds vaker om de kwaliteit van de uitvoeringen te garanderen en te verhogen. De sector heeft behoefte aan duidelijke richtlijnen voor het gebruik van de nucleaire dichtheidsmeter tijdens de aanleg.
Ook bij de wegbeheerders luidt de vraag of de nucleaire dichtheidsmeter kan worden ingezet bij de controle van de dichtheid van nieuw aangelegde asfaltverhardingen, om zo het aantal kernboringen te minimaliseren.
Deze publicatie beschrijft de algemene richtlijnen voor het gebruik van de nucleaire dichtheidsmeter en de meetmethoden voor de monitoring van de verdichting tijdens de uitvoering en de controle van de homogeniteit van de verdichting van grootschalige werken. Verder worden de meetmethode en de richtlijnen om de nucleaire dichtheidsmeter in te zetten bij de controle van de dichtheid van nieuw aangelegde asfaltverhardingen beschreven.
Deze publicatie is geen handleiding voor het gebruik van de dichtheidsmeter als toestel.