FWD – Meting van structurele kenmerken van wegen
Onder druk vervormt een schuimblok. Als de druk wordt opgeheven, neemt het schuimblok opnieuw de oorspronkelijke vorm aan. De vervorming is evenredig aan de uitgeoefende druk. Dat bepaalt de stijfheid. Bij constante druk neemt de vervorming toe, maar neemt de stijfheid af. Die stijfheid kan worden gemeten, net zoals de stijfheid van wegen.
Onder invloed van (zwaar) verkeer buigt een wegdek licht door. Deze doorbuiging (deflectie) bedraagt slechts enkele honderdsten of duizendsten van een mm en is niet zichtbaar met het blote oog. Als de druk wordt opgeheven, neemt het wegdek opnieuw de oorspronkelijke vorm aan (elastische vervorming). Met de valgewichtdeflectiemeter (Falling Weight Deflectometer – FWD) kunnen de vorm (deflectiekromme) en de omvang (maximale deflectie) van de tijdelijke vervorming van het wegdek worden gemeten.
Deflectie geeft een beeld van het draagvermogen van een weg, namelijk of de wegconstructie sterk genoeg is om zonder vroegtijdige schade het geraamde aantal voertuigen tijdens de beoogde levensduur van de weg te dragen. Op basis van deze metingen kan bijvoorbeeld de restlevensduur van een weg worden geschat en kunnen homogene zones (met hetzelfde structurele gedrag) worden gedetecteerd.
